
-Schrijverspagina- Rien de Heer
Gedichten uit mijn bundels

Muziek
Klanken,
samen vormend één geheel,
strelend voor mijn oren,
fata morgana in mijn geest
uiting van emoties,
wederzijds contact,
met klanken en tekst
zwevend op een melodie,
dat is muziek
Jezietmeniet
Aan de oever tussen het ranke riet
verschult zich de “Jezietmeniet”
in de dampende mist boven het rimpelloze water
weerkaatst zijn altijd vrolijke en heldere gesnater
door niets en niemandal voelt hij zich bespied,
want immers waar je ook kijkt, je ziet hem niet
Fanfare
Ik kijk naar buiten
ret-te-ke-tet
pats-boem
tut-e-re-tuut
pats-boem
ting-ge-le-ring
pats-boem
rom-mer-de-bom
pats-boem
de fanfare kwam langs
Klaagzang van een versleten stoel
Ik voel me rot
in m’n rug en in m’n poten
had ik maar meer genot,
dan voelde ik me niet zo klote

Klein geluk
Het is ongrijpbaar,
zo teer en kostbaar
ik doe het voor je in een doosje,
blauw, rood strikje eromheen
pas al je het echt nodig hebt,
maak het dan maar open
en denk aan mij
Glimlach in de regen
Wandelend in de stromende regen
kwam ik een stralende glimlach tegen
ik was verbaasd en keek nog eens achterom,
liep door, achteraf bekeken was dat stom
stralende glimlach in de regen
ach kwam ik je nog maar eens tegen
waarschijnlijk heb je het veel te druk
of heb ik gewoon te weinig geluk
De shampoo blues
Blubber-de- blub- blub-blub,
ik dans met jou de blues,
samen onder de douche,
blubber-de-blub-blub-blub
swingend onder de stralen
bekrachtigen we onze liefde,
blubber-de-blub-blub-blub,
we dansen de shampoo blues
Muzikale woorden
Letters springen in het rond,
woorden dansen over papier
zonder te worden gelezen,
het boek is voorgoed gesloten
klanken gaan van oor tot oor
strelend, minnekozend
bereiken ze ieders hart
om dat voor altijd te openen
daar waar woorden niets meer zeggen
begint muziek juist te spreken

Als jij lacht ben ik verloren
Ik zie de twinkeling in je ogen
een stralende lach op je gelaat
klank maakt me blij van binnen
….als jij lacht ben ik verloren
jouw vrolijkheid is levensecht
recht uit het hart, zo gemeend
doet me heel intens verlangen
….als jij lacht ben ik verloren
jou hoor ik als dromen zwijgen
mijn hart wil naar je luisteren
gelach weerkaatst tegen muren
….als jij lacht ben ik verloren
…laat mij voor altijd verliezen
Zwaluw in de nacht
Een zwevende zwaluw in sterrenpracht
sierlijk fladderend door de donkere hemel
op vleugels neemt hij je behoedzaam mee
door het open raam zie ik je verschijnen
op de rand van mijn bed strijkt hij neer
mijn mooiste droom komt nu tot leven
brandend verlangen laat liefde bloeien
gebracht op de vleugels van een zwaluw
jouw ogen vertellen me waar ik op hoop
een lach die me brengt in hemelse extase
lippen fluisteren woorden in mijn oor
onze handen verenigen zich in liefde
twee harten die tot elkander komen
spreken uit wat zo lang is verzwegen
klapwiekend laat de zwaluw ons alleen
door het raam verdwijnt hij in de nacht
De vlinders van onze liefde
Mijn droom verdwijnt in het donker van de nacht
ik duizel, ik kwijn weg in niet te stillen liefdeshonger
gedachten dwalen rusteloos, troosteloos in mij rond
jouw liefde woont niet meer in mijn vermoeide ogen
ik huil van binnen om mijn verwrongen heden
verdrongen door de woeste golven van de tijd
ooit heb je mijn leven stil en warm betreden
nu zijn de vlinders van onze liefde weggevlogen
laat me rusten in verlangende gedachten
de duisternis bedekt mijn stromende tranen
luister niet naar woorden die ik niet kan vertalen
de vlinders van onze liefde zijn weggevlogen
Hi ha honde ……..
Benen op de tafel
grote bak met chips
biertje bij de hand
voetbal op tv
boze blik
op mij gericht
film op andere net
hoezo boven kijken?
sssssssssssssstttttttttt
waarom?
je ziet het toch?
ach dat begrijp jij niet
watttttttt…buitenspel??
die vent is gek!!
thuisfluiter
jaaaaaaaaaaaaaa
hij gaat er in
goal!!!!!!!!!!!!!!!!!

Rood Sap
De laatste weken van je leven
dementerend, soms mensonterend
af en toe een twinkeling in je ogen
als je ons weer zag, elke dag
en bij het drinken van je Rode Sap
jouw verzwakte lichaam hield het op de been
de vermoeide geest besefte het niet langer
eten kreeg je nauwelijks meer naar binnen
het koele Rode Sap was jouw bron van leven
steeds verder zagen we je verzwakken
vechten deed je nog, voor mij, voor ma,
maar al heel lang niet meer voor jezelf
het noodlot was in zicht ,niet te vermijden
de laatste dag van je mooie leven
vredelievend ben je ingeslapen
liefdevol hielden we je handen vast
verder lijden bleef je bespaard
zelfs het Rode Sap hielp niet meer
De stilte van het zwijgen
Stil, starend
alsof je in jezelf was gekeerd
keek je voor je uit
soms, onverwacht
verbrak je de stilte
en viel je van je stoel
het niets was het houvast
dat je soms verloor
en waarin je kon verblijven
je verloor en vond
waarmee je hoofd gevuld was
de stilte van het zwijgen
Dus liet ik je
Hele verhalen vertelde je
kennelijk deed je dat goed
want je werd geloofd
ik wist wel beter
je was geen verteller
maar je geloofde je verhaal
dus liet ik je
soms best wel moeilijk
misschien meer voor mij
dan het voor jou was
dus liet ik je
je vertelde over Utrecht
waar je nog nooit was geweest
en over Rotterdam
iets dichter bij huis
ik hoorde het van anderen
niet van jou, maar
het waren jouw verhalen
dus liet ik je
Naar de kapper
Verdwaald in eigen weten
ronddolend in bekendheid
zoekend naar herkenning
zonder aanknopingspunt te zien
herinnering geblokkeerd
gelukkig maar voor even
toch zo schrijnend
voor jou en iedereen om je heen
plotseling doorbroken
kwamen herinneringen boven,
leken ze nooit weggeweest
niet te begrijpen, toch zo waar
alsof angst voor het gaan
je geest verwarde
verdwaalde je in eigen weten
telkens maar van tijdelijke aard

Vlindertuin
Laat ons in de stilte zijn.
een ruimte waarin geluid verstomd,
ons denken opgaat in het besef
van ons zijn.
laat ons in de stilte leven
waarin onze onzekerheid
verdwijnt in ongekende
mogelijkheden
laat ons in de stilte geloven waarin het leven voortduurt
de kracht van ons samen zijn
ons sterker maakt
laat ons de stilte creëren
waarin de dood niet bestaat
ons leven verder leeft
als de vlinders in de tuin
De avonden
Het zijn de uren in de avond
dat ik gedachteloos blader
in het verdriet van mijn denken
de stilte omarmt me
met gesloten ogen
zonder het te beseffen
onderga ik het lengen van de dagen
ze breekt mijn schaduw open
verankerd in het gemis
tot ik zweven kan op mijn gedachten,
er roerloos stil op slapen kan
Samen, dommelen en uitrusten
De dood kwam tot leven,
klopte onverwacht aan, greep zich vast
in jouw lichaam en veroverde het
met als prooi ook mijn leven en mijn gedachten
ik weet nog dat het regende
de dood gunde ons een paar dagen, bleef nog even weg
om te schuilen wellicht, je keek me aan en fluisterde
“samen, dommelen en uitrusten! Samen, dommelen en uitrusten!”
in mijn herinnering wel duizend keer
af en toe scheen de zon
maar we voelden en zagen dat niet meer
niemand kon ons vertellen
hoe we die laatste dagen moesten denken
niemand bracht schaduw
niemand kon de dood tegen houden
niemand zei dat de dood niet zou komen
wij echter, voelden ons iedereen
want wij waren samen
jij kon dommelen en uitrusten
tot de zon verdween, het niet meer regende
en de dood definitief verscheen
Wachtend op de ochtend
Het leven ademt zich voort
de nachtelijke slaap is een schim,
zich verbergend in de helderheid van de geluiden
mijn gedachten gaan in de duisternis voort
de kussens, de lakens, ze kraken
witte helderheid, zo stil
de gesloten ramen, deuren
het zachte kuchen van de zusters
in de stilte van de nacht
hoeveel uren, minuten
zowel de bewust beleefde
als de ongemerkt ingeslapen
maken deel uit van de herinnering aan de nacht
de nachtelijke geluiden gaan voort alsof er niets is gebeurd
zij gaan voort alsof er niets werd gezegd
zij gaan voort alsof wachten
het enige is dat telt