“Belluhhhh” met Jan
- Rien de Heer
- 9 mrt 2023
- 2 minuten om te lezen
Onderstaande belevenis schreef ik in 2007:
Voor mijn werk maak ik gebruik van het openbaar vervoer. Geen trein of een bus, maar een heuse waterbus, oftewel een fast-ferry. In heel Nederland heet zoiets gewoon een pont, maar in de Drechtsteden dus niet. Nu vaart zo’n waterbus uiteraard ook op vaste tijden. Normaliter wordt daar nauwelijks van afgeweken. Soms zijn er van die dagen….en vandaag was zo’n dag. Op de weg huiswaarts was er enige vertraging. Bijna een kwartier. De waterbus vaart om het half uur, dus relatief gezien was dat best veel. De wachtende menigte begon dan ook ongeduldig te worden. Zo ook een voor mij onbekende vrouw. Een keurig uitziende vrouw, begin 50. Bij het in zicht komen van de waterbus, opende ze haar tas en greep naar de moderne techniek. Oftewel haar mobiele telefoon. Naar ik vermoedde om het thuisfront te bellen met de mededeling dat ze iets later zou komen. En zo was het ook. “Jan, met mij, die gvd pl…..boot komt er gvd pas aan”. Alle ziektes en vloeken die ze kon bedenken werden gebruikt om aan te kondigen dat er enige vertraging was. Kennelijk probeerde Jan haar wat te kalmeren, want even later hoorde de wachtende menigte haar verder converseren: “Jan, dat maak ik……..zelluf wel uit hoe ik het zeg, die kl……..pl……boot is veel te laat”. De mensen om haar heen zag ik glimlachen. Ik was dus niet de enige die meeluisterde. Nu was haar volume ook dusdanig dat dit bijna niet anders kon. Het bleef even stil. Jan mocht dus weer iets zeggen, maar niet voor lang. “Jan, je mot effe luisteren, jij mot niet elke dag dat pl……end reizen, dus hou jij je kop maar. Ik ben het zat”. Toen bleef het even stil. Een korte vloek weerklonk. Met een verbeten gezicht greep de vrouw weer naar haar mobiele wapen.. “Jan, die pl….boot is er nu en je moet niet zo zeiken tegen me. Thuis praten we wel verder”. Jan besloot dat niet af te wachten en kreeg het zelfs voor elkaar dat de vrouw enige tijd haar mond hield. Maar niet voor lang. De vloeken en ziektes kwamen weer net zo snel uit haar mond als daarvoor. “En je mot niet telkens ophanguh als ik met je in gesprek ben”, hoorde ik haar nog zeggen. Het zwijgen had dus een andere oorzaak dan ik in eerste instantie dacht. “Jan, ik ben het helemaal zat. Je kunt nu kiezen. Of je luistert naar me of ik kom helemaal niet meer naar huis. Dat ……reizen gaat me de keel uithangen”. Wederom gebruikte ze de inmiddels herkenbare manier van converseren. Als ik Jan geweest was, dan zou de keuze niet zo moeilijk zijn geweest. Maar ja, ik was Jan niet. “Jan, ik stap nu op de boot en thuis praten we verder, zet jij het eten maar vast op”. Wat Jan gezegd heeft weet ik niet, maar het bleef stil en ditmaal langer dan we tot nu toe gewend waren. Ik ben benieuwd of ze er morgen weer is. En hoe zou het dan met Jan zijn? Zal ik m effe belluhhh?
Recente blogposts
Alles weergevenEen conclusie die ik regelmatig trek. Ik ben ook maar eens mens, dus ik word ouder en denk misschien daarom veel vaker na over het leven...
Lang geleden dat ik een column geschreven heb. Enkele honderden in de laatste jaren, dus na een droogte van enkele maanden heb ik me er...
Ik zal maar weer direct met de deur in huis vallen. Zelf heb ik helemaal niets met Kerstmis. Voor mij zijn het de meest vervelende dagen...
コメント