De dood kan ook levend zijn
- Rien de Heer
- 26 mei 2020
- 5 minuten om te lezen
Mijn vader zou vandaag jarig geweest zijn. Hij overleed in 2004. met deze herinnering wil ik juist op deze dag een eerbetoon aan hem brengen. Als ik over “We” schrijf, doel ik op mezelf en mijn inmiddels ook overleden moeder:
“Het was je laatste zondagmorgen. Het zonnetje scheen flets door je raam naar binnen. Wij waren bij je. Je lag er bij zoals je er al een tijdje bij lag. Genietend van onze aanwezigheid, maar veel levenslust had je niet meer. Als ik op die periode terugkijk, besef ik dat het eigenlijk allemaal heel snel is gegaan. Natuurlijk heb ik het aan zien komen, maar dat het zo snel zou gaan ……. Ik koester de mooie herinneringen uit die tijd. We zaten dagelijks aan je bed. Zodra je ons binnen zag komen verscheen er een brede glimlach op je gelaat. Vaak zei je dan: “Ik had jullie helemaal niet meer verwacht”. Je wist natuurlijk wel dat we zouden komen, maar je geheugen liet je al een tijdje in de steek. Lange gesprekken en drukte om je heen kon je niet meer aan. We hielden je handen vast en vertelden wat we die dag hadden meegemaakt. Jij luisterde, knikte en fluisterde af en toe iets terug. We begrepen je niet altijd, maar lieten dat niet merken. Je was zo blij dat we er waren en dat maakte ons ook weer gelukkig. Eten wilde je bijna niet meer, maar dorst had je altijd wel. Je wilde dan je Rode Sap, dat je thuis ook zo lekker vond. Je was al zo ver weg, dat alles dat je dronk voor jou Rood Sap was. Je dronk zelfs thee en cola en alles vond je lekker, terwijl je dat thuis nooit gedronken hebt. Het was Rood Sap voor je.
Het was een fijn gevoel om naast je bed te zitten en je je Rode Sap te geven en het door een rietje in je mond te zien verdwijnen. We zagen je dan genieten. Op die bewuste zondag dronk je niet meer. Slapen wel, je was oververmoeid. We hadden nog wel contact met je. Als ik in je hand kneep, voelde ik een reactie. Je kon geen kracht meer zetten, maar we hadden toch contact. Een heerlijk gevoel was dat. ’s Avonds ben je nog heel kort bij je positieven geweest. We hebben je wat te eten gegeven en je vertelde dat je het heerlijk vond. Nu weten we dat deze hapjes de laatste zijn die je hebt gehad. Je was zo vermoeid, dat je weer verder wilde slapen en die rust hebben we je gegund.
De maandag was de laatste dag in je leven. ’s Morgens ben je nog even bij kennis geweest. Daarna ben je gaan slapen zoals je de laatste dagen zo vaak deed. Toen ik je hand vast hield, voelde ik geen reactie. Slap lag hij in mijn handen en toen wist
ik genoeg….het kon nooit lang meer duren. We zijn de hele dag bij je geweest. Op de medicijnen reageerde je niet langer, je raakte geen vocht meer kwijt. Ademhalen ging je ook steeds moeilijker af. De tijd vloog voorbij. Minuten werden uren en toch leken ze heel kort te duren. Aan het begin van de avond heb je wat morfine gekregen zodat de pijn je bespaard zou blijven en je weer wat rustiger zou kunnen ademen. Je strijd heeft niet lang geduurd. Je werd steeds rustiger. Heel langzaam zag ik het leven uit je wegvloeien tot het moment dat je er echt niet meer was. We hadden je handen vast toen je heel rustig insliep.
Het was heel fijn om op dat moment bij je te zijn en je laatste uren te hebben meegemaakt. Inmiddels kunnen we er in berusten dat je er niet meer bent. In onze herinnering blijf je altijd voortleven. Ik denk nog vaak aan het fijne gevoel van jouw hand in mijn handen en die genietende, bijna ondeugende, glimlach op je gezicht. Ook het Rode Sap zal ik nooit vergeten”. De laatste twee dagen in het leven van mijn vader kunnen op deze wijze worden weergegeven. Hij overleed op 15 november 2004. Mijn vader verkeerde al enige maanden voor zijn overlijden in een fase van beginnende dementie. Hij had de ziekte van Alzheimer. Zelf heb ik daar, vind ik, te weinig van gemerkt. Achteraf worden vele vragen die ik had hierdoor wel verklaard, maar op de één of andere wijze is mijn vader toch in staat geweest heel veel voor mij te verbergen. Niet dat ik te weinig aandacht aan hem zou hebben geschonken. Nee, dat niet, maar heel veel mensen die aan de ziekte lijden zijn hier gewoon toe in staat.
Op het moment dat mijn vader werd opgenomen in het ziekenhuis en zowel zijn geestelijke als lichamelijke toestand (hij was hartpatiënt) verslechterde, werd me steeds meer duidelijk hoe hij er echt aan toe was. Mijn moeder die hem dagelijks van dichtbij meemaakte heeft uiteraard veel eerder ontdekt wat er aan de hand was. Omdat zij hem wilde verzorgen en ze samen wilden blijven, heeft ook zij gewacht tot het zonder specialistische hulp niet meer verder kon.In zijn heldere momenten besefte mijn vader wat er aan de hand was en bespraken ze dit ook samen, nachten lang. Tot het dus echt niet meer verder kon. Ik kan alleen maar bewondering hebben voor hun doorzettingsvermogen en wilskracht. Eerder hulp zoeken zou wellicht beter zijn geweest, maar ze hebben samen deze keuze gemaakt en die respecteer ik, zoals iedere zoon dat zou doen. Het heeft het voor mij en mijn moeder misschien ook minder moeilijk gemaakt om het uiteindelijke overlijden te accepteren. Zowel lichamelijk als geestelijk was mijn vader in een stadium dat hij niet verder meer kon, niet verder meer wilde. Hij heeft dat mij nooit verteld, maar dat is wat wij voelden, wat hij uitstraalde.
Verder voortleven zou hebben betekend dat hij zou moeten worden opgenomen in een verzorgingstehuis, dat stond al vast. Zijn dementerende periodes zouden wellicht zijn toegenomen zoals dat bij de meeste Alzheimer patiënten het geval is, zijn situatie zou zijn verslechterd. Ik ben er van overtuigd dat hij zo’n bestaan nooit gewild zou hebben. Ook mijn moeder was en is deze mening toegedaan. Hoe moeilijk zijn overlijden ook was, toch zijn we blij dat verder lijden hem bespaard is gebleven. Het heeft ons enorm veel gedaan dat we hem in zijn laatste periode van leven hebben kunnen begeleiden, dat we hem niet hebben zien lijden, dat we de dagelijkse glimlach op zijn gezicht zagen in het ziekenhuis en dat hij in ons bijzijn, hand in hand, is ingeslapen zonder pijn te hebben geleden. De dood ook levend kan zijn en deze geschreven herinnering bewijst dat eens en te meer.
(Deze herinnering was tevens het voorwoord in mijn gedichtenbundel Rood Sap)
Recente blogposts
Alles weergevenEen conclusie die ik regelmatig trek. Ik ben ook maar eens mens, dus ik word ouder en denk misschien daarom veel vaker na over het leven...
Lang geleden dat ik een column geschreven heb. Enkele honderden in de laatste jaren, dus na een droogte van enkele maanden heb ik me er...
Ik zal maar weer direct met de deur in huis vallen. Zelf heb ik helemaal niets met Kerstmis. Voor mij zijn het de meest vervelende dagen...
Comentarios